Hou doel Waddenfonds goed voor ogen
In politiek Den Haag is het Waddenfonds opnieuw in discussie geraakt. Dat leidde tot onrust bij provincies, natuur- en milieuorganisaties, en bij het bedrijfsleven. In haar recente brief aan de Tweede Kamer heeft minister Schultz van Haegen gelukkig de zorgen over de omvang van het budget van het Waddenfonds weggenomen. Bij de aangekondigde nieuwe opzet en uitvoering zal de oorspronkelijke doelstelling van het Waddenfonds gehandhaafd moeten blijven: versterking van de Waddennatuur, zodat daarmee de regionale economie zich ook verder kan ontwikkelen. Het is essentieel dat betrokken provinciale overheden, natuur- en milieuorganisaties èn bedrijfsleven kansen weten te verzilveren bij het win-winbeleid voor de Waddenzee èn noordelijke economie.
Kwaliteitsverbetering van de Waddennatuur is broodnodig. Niet alleen als doelstelling op zichzelf, maar ook om ruimte te scheppen voor verdere economische ontwikkeling. Een armetierige, uitgemergelde Waddenzee geeft minder mogelijkheden voor economische activiteiten zoals mosselvisserij, gaswinning of recreatie dan een rijke zee. Het Waddenfonds dient dit dubbeldoel: natuur én economie.
Het Waddenfonds is het resultaat van afspraken tussen bedrijfsleven, natuurorganisaties en overheid. Deze hebben de eindeloze conflicten en procedures goeddeels vervangen. Wijzigingen in de doelstelling van het fonds trekken een zware wissel op verdere samenwerking tussen partijen.
Het Waddenfonds is het product van de omslag van conflict naar samenwerking. Een slepend conflict over de schade van gaswinning en schelpdiervisserij in de Waddenzee kon geleidelijk worden omgezet in samenwerking en afspraken. Met als resultaat dat economische en natuurdoelstellingen konden worden gecombineerd, en er voor alle partijen winst ontstond. In 2004 legde de Adviesgroep Waddenzeebeleid (“commissie-Meijer”) de uitgangspunten vast: primaat voor de unieke natuur, economische activiteiten zijn prima als deze de natuurlijke dynamiek en veerkracht van de Wadden intact houden. Daarnaast constateerde de Adviesgroep dat de Waddenzee leed aan achterstallig onderhoud, en stelde een investeringsprogramma voor om de natuurwaarden te verhogen. Daarmee zou tevens de ruimte voor economische ontwikkeling (gaswinning, natuursparende vormen van schelpdiervisserij) kunnen worden vergroot.
Het toenmalige kabinet schaarde zich achter de visie en voorstellen van de Adviesgroep, en riep het Waddenfonds in het leven om het investeringsprogramma natuur te financieren. Het fonds wordt gevoed door aardgasbaten; de staat krijgt immers vele miljarden gasbaten binnen door de winning van waddengas. De natuur- en milieuorganisaties ondersteunden het advies van de commissie-Meijer eveneens.
De natuur- en milieuorganisaties konden zich voor een groot deel vinden in het advies van de commissie-Meijer. Ze steunen de uitgangspunten van de Adviesgroep: én natuurverbetering, én nieuwe perspectieven voor economische sectoren die zonder natuurschade in de Waddenzee een boterham kunnen verdienen.
Gaswinning vindt plaats met ‘de hand aan de kraan’: zolang tevoren vastgelegde natuurgrenzen niet worden overschreden, kan het aardgas worden gewonnen.
De mosselvisserij is, na aanvankelijke juridische conflicten, in samenspraak met de natuurorganisaties en het ministerie van EL&I een innovatiepad ingeslagen, waarbij op termijn geen mosselzaad meer van de bodem van de Waddenzee wordt weggeschraapt, maar met mosselzaadvanginstallaties, los van de bodem, wordt gewonnen. De mosselsector kan voortbestaan, de natuur wordt ontzien.
Maatschappelijk Akkoord
Het ‘Akkoord van de Wadden’ legt de spelregels voor natuur en economie in de Waddenzee vast: als we hier zó met elkaar omgaan, is er voor zowel economische als ecologische doelen een plek onder de zon. De eerste jaren van het Waddenfonds waren er kinderziektes, waardoor de investeringen uit het fonds niet altijd voldoende doelgericht waren. De middelen kunnen bijvoorbeeld beter doelgericht en programmatisch worden ingezet dan versnipperd via een tendersysteem. Er zijn meer verbeteringen mogelijk qua uitvoering. Alle betrokkenen denken graag mee over een organisatievorm en een werkwijze die effectief en efficiënt is. Het is essentieel dat betrokken provinciale overheden, natuur- en milieuorganisaties èn bedrijfsleven gezamenlijk kansen benutten bij de versterking van de natuur èn de noordelijke economie.
Als het natuurherstelprogramma voor de Wadden stagneert, heeft dit negatieve consequenties voor de economische activiteiten en kansen. In een verarmde Waddenzee valt uiteindelijk geen droog brood te verdienen. Een rijke Waddenzee biedt perspectieven voor een florerende economie. Het Waddenfonds is daarmee wezenlijk voor zowel natuur als economie. Het is essentieel deze notie nu en in de toekomst ten volle te respecteren.
Bernard Wientjes, voorzitter VNO-NCW