woensdag 16 februari 2011

Emeritus-prof verkoopt onzin over klimaat

Zaterdag 12-2-2011 schreef Emeritus-hoogleraar John Videler een - kan het niet anders zeggen - flauwekulverhaal over CO2 in de Volkskrant; Opslag van CO2 is niet gevaarlijk, wel zinloos. Ernst Schrama, Universitair hoofddocent TU-Delft en Leon Simons, klimaatadviseur, reageerden: 

Er zijn veel goede argumenten voor zowel als tegen CO2-afvang en –opslag te vinden, maar het argument dat emeritus-hoogleraar John Videler in De Volkskrant van 12 februari gebruikt is geen van beide: dat meer CO2 in de atmosfeer geen probleem is. 
Niet “politici willen ons laten geloven dat de aarde daardoor opwarmt”, het inzicht dat een broeikasgas zoals CO2 warmte op aarde vasthoudt komt uit de wetenschap: natuurkunde en chemie. De wetenschappelijke consensus erover is groot. De basiskennis is al meer dan 150 jaar geldig, het kan haast niet dat een oud-hoogleraar biologie daarvan niets mee heeft gekregen. CO2 is bouwsteen van leven, beargumenteert Videler, alsof dat zou uitsluiten dat CO2 ook een broeikasgas is. En de concentraties zijn in evenwicht met die oceaan, betoogt hij. Dat klopt, maar is ook misleidend: doordat de concentratie in de atmosfeer oplopen, neemt de verzuring van de oceanen toe, met verschillende nadelige ecologische effecten als gevolg.
Het argument dat waterdamp een sterker broeikasgas is dan CO2 is eveneens juist maar misleidend. Water(damp) ondergaat fase-overgangen terwijl CO2 honderden jaren in de atmosfeer blijft; daardoor is CO2 een ‘aandrijver’ van klimaatverandering, en waterdamp niet. Dat is eveneens al lang bekend. 
De geologische geschiedenis toont geen verband tussen CO2-concentraties en klimaat, beweert Videler. De American Geophysical Union en de Britse Geological Society weten wel beter: zonder de factor CO2 mee te nemen zijn de grote klimaatveranderingen in het verleden niet verklaarbaar. 
Het is wonderlijk dat deze vele malen ontkrachte punten op de opiniepagina’s terecht zijn komen als argumenten tegen CO2-opslag. Heeft een hoogleraar bij het verlaten van de universiteit geen toegang meer tot wetenschappelijke publicaties? Of vreest hij wellicht voor een prijsdaling van zijn huis in de buurt van Groningen als CO2-opslag doorgaat? Laat hij dat dan liever zeggen dan onzin te verkopen. 

Ernst Schrama, universitair hoofddocent, TU-Delft
Leon Simons, klimaatadviseur


Op 17 februari reageerden in De Volkskrant Bart Strengers en Leo Meyer van het Planbureau voor de Leefomgeving. Hun reactie volgt hier:


Geleerden moeten zich níet op waterdamp concentreren

De argumenten die emeritus hoogleraar evolutionaire mechanica John J. Videler tegen de opslag van CO2 aanvoert in zijn artikel van 12 februari in Opinie & Debat hebben niets te zoeken in het debat over dat onderwerp. Zijn bewering is dat CO2 volstrekt onschuldig is en dat 'klimaatgeleerden zich beter op waterdamp kunnen concentreren'.

Het klopt dat waterdamp een veel sterker broeikasgas is dan CO2 en tevens voorkomt in veel hogere concentraties in de atmosfeer dan CO2. Zonder waterdamp zou het een graad of 25 kouder zijn op aarde en zonder CO2 een graad of 7. Wat de bewering van Videler echter ontkracht is dat de hoeveelheid waterdamp, in tegenstelling tot CO2, niet onafhankelijk vergroot of verkleind kan worden.
Als de temperatuur van de atmosfeer stijgt doordat er extra CO2 (en andere broeikasgassen) in komen, dan komt er vanzelf en op korte termijn extra waterdamp in de atmosfeer, omdat een warmere atmosfeer meer waterdamp kan bevatten. Door de extra broeikaswerking gaat de temperatuur vervolgens nóg wat omhoog. Hierdoor kan er weer meer waterdamp in de atmosfeer worden vastgehouden, totdat er uiteindelijk een nieuw evenwicht ontstaat. Dit mechanisme leidt ertoe dat de oorspronkelijke opwarming ten gevolge van de toename van broeikasgassen met bijna een factor twee wordt versterkt. Iedere klimaatgeleerde weet dat en in ieder klimaatmodel wordt deze versterkingsfactor meegenomen. De rol van water en waterdamp in het klimaat, die van groot belang is voor de onzekerheid in de uiteindelijke opwarming ten gevolge van een bepaalde toename in de concentratie van broeikasgassen, wordt besproken in honderden, zo niet duizenden wetenschappelijke artikelen.
Ook de bewering dat het geologische verleden geen verband laat zien tussen CO2-concentraties en klimaat is aantoonbaar onjuist. Op basis van luchtbelletjes in het Antarctische ijs is aangetoond dat de CO2-concentratie de klimaatveranderingen in de afgelopen 800.000 jaar volgde met een vertraging van ongeveer achthonderd tot enkele duizenden jaren. Dit laat zien dat broeikasgassen in het verleden niet de oorzaak waren van klimaatveranderingen, maar wel belangrijk waren in het versterken daarvan. Uit deze luchtbelletjes blijkt ook dat de huidige CO2-concentratie meer dan 30 procent ligt boven de hoogste waarde in de afgelopen 800.000 jaar, afkomstig van de verbranding van olie, gas, kolen en ontbossing. Tevens kan de gemeten opwarming van 0,8 graden in de afgelopen eeuw alleen goed worden verklaard als het opwarmend effect van CO2 (en andere broeikasgassen zoals methaan en lachgas) wordt meegenomen. Voor wie meer wil weten, op het klimaatportaal (www.klimaatportaal.nl) van onder andere het KNMI, het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en de Universiteit Utrecht, worden bovenstaande onderwerpen in detail uitgewerkt. Te vinden in de categorie 'Veelgestelde vragen'.
Bart Strengers, Leo Meyer - Planbureau Leefomgeving. 

Op het opinieblog van De Volkskrant verscheen de 21e een scherp stuk van een aantal aardwetenschappers en leden van de KNAW, waaronder Spinozaprijswinnaar Jaap Sinninghe Damsté, gevolgd door een goede webdiscussie: Reactie KNAW-hoogleraren

Over CO2 wordt een hoop onzin verteld. Vooral door mensen die niet gehinderd worden door enige kennis van zaken.
Afgelopen zaterdag was er in deze krant opnieuw een emeritus hoogleraar aan het woord over de CO2 problematiek. John Videler gaf op basis van halve en hele onwaarheden zijn visie om uiteindelijk tot de stelling te komen dat we ons geld beter kunnen steken in “betere zaken dan het opslaan van een onschuldig gas in de bodem”. Wij dachten even een PVV pamflet (CO2? Dat is helemaal geen probleem. De plantjes groeien er prima op.) onder ogen te hebben maar het stond echt in de Volkskrant. 

Het is toch opmerkelijk te lezen hoe oud-wetenschappers, vaak excellerend in een totaal andere tak van wetenschappelijke sport – Videler is marien zoöloog en heeft in zijn leven geen enkel wetenschappelijk artikel over klimaatonderzoek in een vooraanstaand tijdschrift gepubliceerd -  luchtig en niet gehinderd door gedegen kennis van zaken de toch ingewikkelde problematiek over klimaatverandering en de rol van de mens daarin bespreken en tot de conclusie komen dat er niets aan de hand is.

Hoewel wij de wijsheid niet in pacht hebben, willen wij toch een aantal onjuistheden in het verhaal van Videler corrigeren. In de afgelopen miljoen jaar heeft de concentratie CO2 gefluctueerd tussen de 180 en 280 deeltjes per miljoen (ppmv) maar in de afgelopen 150 jaar (en met name in de laaste 50 jaar) is die concentratie gestegen tot bijna 400 ppmv. Er is onomstotelijk bewijs (o.a. volgend uit de  koolstofisotoop­samenstelling van het atmosferisch CO2 en de verandering daarin) dat dit veroorzaakt is door verbranding van fossiele brandstoffen en andere menselijke activiteiten sinds de industriële revolutie. Menselijke activiteit is niet gedeeltelijk, zoals Videler ons wil doen geloven, maar voor 100% de oorzaak. Tevens is het onjuist te stellen dat we “nu in een aardperiode leven waarin de concentratie nog nooit zo laag geweest is”.
Dat geldt wellicht voor de laatste ijstijd (20.000 jaar geleden) en de ijstijden daarvoor, perioden die overigens aanzienlijk kouder waren met ijskappen in Noord Europa, maar inmiddels is de CO2 concentratie meer dan verdubbeld en dat is voor meer dan de helft toe te schrijven aan menselijke activiteiten. Wanneer we in het huidige tempo doorgaan zullen we aan het eind van deze eeuw in de buurt van 1000 ppmv geraken met een aanzienlijke opwarming tot gevolg. Videler wijst erop dat CO2 in de atmosfeer in evenwicht is met de oceaan; het grootste gedeelte van het CO2 zit opgelost in de oceaan. Op dit moment is de atmosfeer echter in onbalans met de oceaan vanwege de onnatuurlijk snelle toename in CO2 concentratie en dat zal nog honderden jaren zo blijven zelfs als we nu zouden stoppen met het gebruik van fossiele brandstoffen.
En belangrijker, de opwarming veroorzaakt door de gestegen atmosferische CO2 concentratie loopt aanzienlijk achter door de “traagheid” in de respons van het klimaatsysteem. Met andere woorden, zelfs bij gelijkblijvende CO2 concentraties zal de aarde nog verder opwarmen. In het Plioceen (ongeveer 4 miljoen jaar geleden) hadden we een vergelijkbare CO2 concentratie als nu (ca. 400 ppmv) maar waren de polen ongeveer 20 graden Celcius warmer. Fijn dat in Videler’s optiek “CO2 het meest milieuvriendelijke gas op aarde is” maar schommelingen in de concentraties van dit gas hebben aanzienlijke consequenties voor de warmtehuishouding van de aarde. De rol van kalksteen (CaCO3) afzettingen in zee is tegenovergesteld aan wat Videler beweert, een veel gemaakte fout van leken die geen kennis hebben van de chemie van CO2 en kalk in zeewater die overigens ruim 50 jaar exact bekend is.  De opname van extra CO2 in de oceanen leidt tot reeds geconstateerde verschuivingen van die chemie met als risico dat koralen en andere kalkhoudende organismen mogelijk zullen verdwijnen.
Videler stelt verder dat de geologische geschiedenis geen verband toont tussen klimaat en CO2-concentratie. Niets is minder waar. Voor de afgelopen 100 miljoen jaar, de tijdsperiode waarvoor we veruit de meest betrouwbare gegevens hebben, is er ontegenzeggelijk een sterke relatie tussen de warmte op aarde en de CO2 concentratie in de atmosfeer. In tijden met hoge CO2 concentraties (zoals het midden Krijt) was het zeer warm en in tijden met een lage CO2 spanning was het koud. Geologische perioden gekenmerkt door een relatief snelle daling of stijging van het CO2 gehalte (maar nog altijd zeer veel langzamer dan de huidige verandering!) komen overeen met respectievelijk een daling of stijging van de temperatuur op aarde.
Deze geologische gegevens geven ondubbelzinnig aan dat CO2 een belangrijk gas is in de regulatie van de temperatuur op aarde. Natuurlijk zijn ook tal van andere faktoren belangrijk; Videler noemt water als broeikasgas. Geen enkele klimaatwetenschapper zal dat ontkennen maar water is overal aanwezig op aarde en de temperatuur bepaalt in belangrijke mate hoeveel er in de atmosfeer zit; een belangrijk versterkend effect van CO2 maar niet de forcerende factor.
Videler stelt in zijn stuk (op fysiologische gronden) dat de mens het pas benauwd krijgt bij een CO2 concentratie van 10.000 ppmv, maar alles wijst erop dat de mensheid het bij veel lagere concentraties al aardig “benauwd” gaat krijgen als gevolg van de klimaatverandering die onvermijdelijk het gevolg zal zijn van de toename in CO2. Of ondergrondse opslag van CO2 voor dit probleem de (hoofd)oplossing zal zijn is zeer de vraag, maar het probleem bagatelliseren op de manier waarop Videler en sommige andere wetenschappers in ruste dit doen is hun doctorsgraad onwaardig, doet het wetenschappelijk imago geen goed en leidt onnodig tot verwarring bij het grote publiek (en politici).  
Er blijkt een opmerkelijke aantrekkingskracht tussen enerzijds het CO2-klimaat vraagstuk en anderszijds een klein aantal emeriti die hun prima reputatie op grond van het eigen vakgebied vervolgens weer afbreken door na hun pensionering onzin uit te kramen over CO2 en klimaat. 

Jaap S. Sinninghe Damsté
Jan W. de Leeuw
Jack J. Middelburg
Henk A. Dijkstra
Henry Hooghiemstra
Hein J.W. de Baar
Jan Smit
Jan E. van Hinte
Allen lid van de sectie Aardwetenschappen van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen