vrijdag 17 december 2010

Klimaatbeleid gaat vóór energiebeleid


Het is tamelijk schokkend: tal van energieprofessionals denken dat de energievoorraden de belangrijkste reden voor verduurzaming zijn. Maar weinigen menen dat klimaatverandering het hoofdmotief moet zijn. Bewijs van de effectiviteit van de klimaatkwakzalvers? Aanwijzing dat de voorraden inderdaad zorgelijk klein zijn?
U zou natuurlijk kunnen zeggen: ach, wat kan het je schelen, ze werken toch in dezelfde richting van de duurzame energiehuishouding? Wat maakt het uit of we nu tegengaan van klimaatverandering, kostenbesparing, zorgen om fossiele voorraden, of kansen voor de Nederlandse economie als motief hebben?
Ja, ik denk dat het uitmaakt.
Om te beginnen: we zijn bij lange na nog niet doordrongen van de ontwrichtingen die de klimaatverandering kan veroorzaken. Maar ja, dat willen we collectief niet horen en lezen, en een zeker percentage van de lezers zal me na lezing van de vorige zin als ‘klimaatalarmist’ afserveren en verder geen artikel meer van me willen consumeren. In het huidige maatschappelijke en politieke klimaat is het haast niet meer mogelijk oprechte zorgen over het veranderende klimaat naar voren te brengen, op straffe van scheldpartijen en dooddoeners, waaronder de wonderlijke kreet dat wie zich zorgen maakt over het klimaat wel tot ‘de linkse kerk’ zal behoren. Waarna een verder gesprek ophoudt. En waardoor mijn zorgen alleen maar groter worden: hoe moet het tij ooit gekeerd worden, als we de situatie niet tot ons door laten dringen, en zelfs de communicatie wordt geblokkeerd?
Ten tweede, minder zorgelijk dan het eerste punt, valt op dat er veel misverstanden zijn over voorraden fossiele brandstoffen. Niet alleen onder genoemde energieprofessionals, trouwens, maar overal, in allerlei gezelschappen. Behalve degenen die beroepshalve voortdurend met de voorraadcijfers in de weer zijn, is menigeen ervan overtuigd dat het fossiele-brandstoffenfeestje binnen een jaar of 30 tot 50 wel voorbij is. Was het maar waar. Met de bekende reserves (aangetoond) olie, gas en kolen, en de vermoedelijke resources (schattingen op basis van geologische kennis, nu nog niet maar op termijn mogelijk wel winbaar) kunnen we een paar honderd jaar vooruit, zelfs bij een jaarlijks groeiend energiegebruik. Dan zwijgen we nog maar over de (speculatieve) additional occurrences, genoeg voor duizenden jaren als deze winbaar blijken. Dankzij de techniek en met een beetje extra energie maakt de vorm van de fossiele brandstof niet zoveel uit: kolen zijn om te zetten in gas, gas in olie, olie in gas – geen probleem. Opsporings- en winningstechnieken worden steeds beter, moeilijke plekken worden bereikbaar. Er is zoveel fossiele brandstof op aarde, dat zelfs de meest doorgewinterde klimaatscepticus zal vrezen dat opstoken ervan leidt tot een Venus-achtige atmosfeer op aarde: 96% CO2, 480 graden Celsius.
Ten derde en tenslotte: andere motieven om in actie te komen leiden tot andere acties, en tot een ander tempo van verandering. Wie meent dat de fossiele voorraden binnen een halve eeuw op zijn, heeft minder haast dan degene die klimaatverandering als dominant thema ziet. Maar in de portfolio van de laatste zitten ook andere oplossingen. CO2-afvang en –opslag bijvoorbeeld zal door degenen die in beperkte voorraden een motief zien niet worden bevorderd, maar juist eerder worden tegengewerkt. Kost immers extra energie? Inzet van biomassa wordt in de verschillende kampen ook anders beoordeeld. Vanuit het voorraaddenken is biomassa goed, vanuit een klimaatperspectief geldt dat alleen als een aantoonbaar positieve broeikasgasbalans kan worden getoond. Alleen besparing scoort goed bij alle mogelijke motieven voor verduurzaming: klimaat, voorraden, economische kansen, kostenbesparing. En juist aan efficiencyverbetering doen we om nog steeds niet te begrijpen redenen bitter weinig.
De discussie over de redenen om de energiehuishouding te verduurzamen is dus wezenlijk. Tempo, richting en vooral daadkracht hangen ervan af.
Een stevig klimaatbeleid helpt ook diverse andere energiegerelateerde problemen oplossen. Maar met energiebeleid blijft het klimaatprobleem recht overeind. Het is wel duidelijk dus waar het primaat moet liggen.