door Hans Wiltink
In zijn rapport Kapitale Kansen van februari 2011 redeneert de Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid (AWT) wel vanuit een heel beperkte blik op innovatie. De AWT concludeert: “Het kapitaalmarktbeleid van de overheid sluit goed aan bij de werking van de kapitaalmarkt, richt zich op het verbeteren van de toegang tot kapitaal voor ondernemingen die willen innoveren en willen groeien en het beleid is bewezen effectief”. Zouden er ook innovatieve ondernemingen zijn die deze conclusie onderschrijven? Dat is moeilijk voorstelbaar: tal van innovaties lopen vast in de ‘valley of death’ tussen de fase van onderzoek en ontwikkeling en de fase van marktuitrol. De moeilijkheid om voor de versnellingsfase financiering te krijgen is een belangrijke, maar niet de enige factor.
De innovatiecurve: veel innovaties sneuvelen in de Valley of Death |
Volgens de AWT werkt de kapitaalmarkt naar behoren, doet de overheid hier wat zij kan, en zullen verbeteringen vooral vanuit privaat kapitaal moeten komen, en is de primaire uitdaging te zorgen dat er meer ondernemers met groeiambitie komen. Dat is, volgens de AWT, een lastige vraag die, helaas, buiten de opdracht valt. Zodra het relevant wordt, deinst de AWT terug. Zonder twijfel heeft de AWT gedegen onderzoek verricht, deskundigen gesproken, en onderzoeken gelezen.
Maar als het vraagstuk over innovaties in Nederland alleen, zoals in dit rapport, door de bril van kapitaalmarktinstrumenten wordt beantwoord, is dat een garantie voor onvolledige antwoorden. Veel onderzoek over innovatie wijst uit dat Nederland slecht scoort op het gebied van valorisatie (op de markt brengen) van innovaties. De Kennis- en Innovatiefoto 2011 stelt dat op het gebied van innovativiteit in de EU alleen Spanje slechter scoort. Het WRR-rapport Innovatie Vernieuwd geeft aan dat het percentage innovatieve MKB-ondernemingen op de meeste indicatoren ver onder het EU-gemiddelde ligt. Een eerder rapport van Bain & Company uit 2006 stelt dat er in Nederland een groot tekort is aan risicodragend kapitaal voor de ‘early stage’ (prototyping en piloting)-fase van energie-innovaties.
Het is langzamerhand gemeengoed geworden het innovatiespeelveld oftewel het innovatiesysteem in de volle breedte te zien. De beschikbaarheid van (risico)kapitaal is maar één van de factoren die het succesvol valoriseren van innovaties beïnvloedt. Daarnaast zijn volgens de Utrechtse innovatiehoogleraar prof. dr. M. Hekkert van belang: experimenteren, kennisontwikkeling, leren, kennisuitwisseling, richting geven, creëren van markten, het mobiliseren van personele middelen en tegenspel bieden aan weerstand. Adviezen zoals die van de WRR laten zien dat in ons land het innovatiesysteem als geheel zorgwekkend is.
Op alle onderdelen is actie nodig – dat had ook de AWT moeten agenderen. Het risico is aanwezig dat we met het AWT-advies in de hand zelfgenoegzaam achterover gaan leunen. Dat kan dit kabinet zich gezien de nadruk die het legt op de noodzaak van innovatie in het geheel niet veroorloven.
Drs. ir. Hans Wiltink, partner van Coöperatie De Gemeynt, ontwikkelaar van concepten en plannen voor een duurzame economie