zondag 21 november 2010

Klimaatontkenning, een gevaarlijke cocktail

Het is de laatste tijd betrekkelijk rustig op het klimaatontkennersfront. Het pseudo-schandaal ‘Climategate’ ligt al weer enige tijd achter ons. De media, dol op controverses, hapten gretig op de vermeende misstanden die via de ontkennersblogs naar buiten kwamen, maar zwegen in alle toonaarden over de inmiddels vijf (5!) nadere onafhankelijke onderzoeken die de van fraude en manipulatie beschuldigde wetenschappers vrijpleitten en eerherstel gaven. Niet klimaatverandering bleek de hoax, maar het door de ontkenningsbeweging gespindoctorde ‘climategate’.

Eind oktober werd op een internationaal congres Climate controversies, science & politics, georganiseerd door de Université Libre de Bruxelles, de balans opgemaakt. Wat is de stand van de wetenschap, hoe werkt de klimaatwetenschap aan kwaliteitsborging, en vooral ook: wat zijn motieven en achtergronden van de ontkenners en sceptici, en wat is de rol van de media? Aan de hand van inleidingen (en boeken) van toppers als Naomi Oreskes (Merchants of Doubt), James Hoggan (Climate Cover-Up) en Clive Hamilton (Requiem for a Species – why we resist the truth about climate change) komt een interessant beeld naar voren, nog weer een paar lagen dieper dan het rapport over de critici van milieubeleid ‘de beste stuurlui zijn welkom aan boord’ dat ik een paar jaar geleden voor VROM schreef.
Klimaatontkenning – in contrast met gezonde scepsis - is een cocktail met vier ingrediënten.
Het eerste ingrediënt: een libertaire, vrijemarkt-ideologie. De vrije markt is in die visie, zoals Hans Achterhuis scherp analyseert in zijn recente boek De utopie van de vrije markt, niet meer een middel, maar is een doel op zich; deze visie verwordt in zijn uitwassen tot een ideologie die zichzelf moreel boven andere visies stelt. Het ideologisch doel van de vrije markt heiligt de middelen, zoals onder meer bleek toen de VS op deze ideologische grondslag in 1973 besloot Chili van zijn socialistische president Salvador Allende te ‘bevrijden’. Vrijemarkteconoom Milton Friedman was destijds een van de belangrijkste adviseurs en inspirators bij deze coup. Analoog legitimeert een marktideologisch  perspectief op de klimaatwetenschap, die als de conclusies ervan worden aanvaard interventies in markten naderbij brengt, alle mogelijke middelen van verzet tegen die klimaatwetenschap.  
Het tweede: belangen en lobby. Klimaatbeleid kent winnaars en verliezers, en de verliezers, vooral de fossiele brandstoffenindustrie, zijn sterk en machtig. Sponsoring van een serie rechts-republikeinse libertaire denktanks die een permanente stroom desinformatie over klimaat afscheiden, en die voortdurend twijfel zaaien over klimaatwetenschap zowel als over klimaatwetenschappers, levert al snel zijn geld op als daarmee een jaartje uitstel van maatregelen kan worden afgedwongen. Vooral in het in Nederland onbekende Koch Industries (omzet: 100 miljard dollar, en de geldschieter van de Tea Party beweging) is een fanatiek sponsor van volgens PR- en PA-topadviseur James Hoggan uiterst verfijnde en uiterst vileine anticampagnes die slechts twijfel zaaien bij publiek en politiek als doel hebben.
Derde ingrediënt: de rol van de media, die niet meer waarheidsvinding, maar op zijn best hoor en wederhoor, en niet zelden een eigen politieke agenda inmasseren als hoogste doel hebben. De verfijnde en vileine lobbycampagnes spelen daar loepzuiver op in: de media zijn makkelijk te strikken om te berichten over (gecreëerde!) controverses, meningsverschillen en malversaties. Waardoor de sceptische geluiden aanzienlijk meer zendtijd krijgen dan wanneer de wetenschappelijke argumenten of de numerieke verhoudingen sceptici-wetenschappers maatgevend zouden zijn.
Vierde en laatste punt: de publieke en politieke psyche. De gevolgen van klimaatverandering zijn zo onvoorstelbaar en zo onverdraaglijk, dat bagatellisering of ontkenning een makkelijke uitweg uit de psychologische spanning biedt. Dat maakt een publiek dat onmogelijk zelf de wetenschappelijke literatuur kan bestuderen, een gemakkelijk doelwit van campagnes die de klimaatwetenschap zelf onderuit halen.
Deze cocktail vergiftigt niet alleen het klimaatdebat: wanneer lobby en ideologie de wetenschap ondermijnen komt het verlichtingsdenken als fundament onder onze moderne samenleving zelf op het spel te staan.